Het koppel Stine en Teit verruilen samen met hun zoontje Nemo, het stadsleven in Kopenhagen voor een rustiger bestaan in een afgelegen Zweeds bos. De verhuizing geeft ze de ruimte en rust om hun relatie nieuw leven in te blazen en zichzelf als individuen te herontdekken. Als Nemo op een dag in het bos verdwijnt, komt er na zijn terugkeer abrupt een einde aan het vredige bestaan. Oud zeer en verborgen verlangens sijpelen terug hun levens in, waardoor ze meer dan ooit met zichzelf worden geconfronteerd.