Marko is een leerjongen die werkt bij een groot agrarisch complex zestig kilometer ten zuiden van Berlijn. Als hij slaagt voor zijn laatste examens mag hij zichzelf een volwaardig landbouwer noemen. Als hij dat wil tenminste, maar dat weet hij nog niet zeker. Buiten zijn werk heeft hij niet veel vrienden en de elf andere leerjongens zien hem als een stille jongen die een beetje eenzaam is. Maar wanneer er een nieuwe leerjongen komt, genaamd Jacob, kruipt Marko langzaam uit zijn schulp. De twee leren elkaar kennen en er ontstaat een tedere relatie.